Wachten vraagt stilte en leegte: opruimen het huis van de ziel;
alle dingen op orde.
Wat op orde is, is bij zichzelf, bestaat in zin verworven maat, gaat open naar meer dat nog komt.
Ik moet nu wachten; de weg onderbreken en stil staan en zien of de dingen al zin bi zichzelf en vrede woont in min huis.
Ik weet niet of Hij zal komen op wie ik wacht. Ieder ur is het Zine. Bij Hem lit de tijd. maar er is al its van zin komen als het huis greed is en de dingen staan open naar meer. Is het dat waarom het gaat?
Reeds is er stilte
en leegte ontstaat als een kruik wachtend op olie. Ontsteken kan Hij toch alleen de lamp.
Herman Andriessen